dinsdag, juli 15, 2008

De kwalijke consequenties van polygamie.

Het polygamiedilemma.

Er worden meer jongens dan meisjes geboren, maar tegen de tijd dat er voortgeplant moet worden zijn de verhoudingen aardig in evenwicht. Monogamie lijkt dan ook de meest voor de hand liggende optie. Anderzijds zijn mannen, zoals ze gaarne beweren, van nature polygaam (een claim die ‘wetenschappelijk’ is bewezen door sociobiologen). We hebben hier dus te maken met een existentieel dilemma. Daar zijn wel oplossingen voor, maar die brengen hoge sociale kosten met zich mee, vooral voor vrouwen. [Polygamie is een paraplubegrip: de juiste antropologische term is polygynie in geval van een man met meerdere echtgenotes en polyandrie in geval van een vrouw met meerdere echtgenoten. Aangezien polyandrie echter nauwelijks voorkomt, is polygamie in de praktijk synoniem met polygynie.]

In het dierenrijk is de oplossing simpel. Bij polygame diersoorten worden ‘overtollige’ jonge mannetjes naar de periferie van de groep verdreven, of zelfs uit de groep gestoten, waardoor er onevenredig veel sneven. Van de overlevende mannetjes sterft een hoog percentage (degenen die er niet in slagen om een harem te verzamelen of te veroveren) zonder nakomelingen. In menselijke samenlevingen is het dierlijke model nauwelijks toepasbaar, daarvoor is de (arbeids)kracht van jonge mannen te waardevol.

Een opvallende uitzondering vormen enkele obscure, hyperpolygame Amerikaanse sekten, zoals de Fundamentalist Church of Jesus Christ of Latter Day Saints (recentelijk in het nieuws vanwege het seksuele misbruik van jonge meisjes). Een man moet daar minstens drie echtgenotes hebben om in de hemel te kunnen komen en de leiders hebben er vaak tientallen. Door deze sekte zijn in de loop der jaren honderden jongens (sommigen pas 13 jaar oud en allen verstoken van enige opleiding) letterlijk buiten het hek gezet vanwege triviale vergrijpen. De groep kan zich dat permitteren omdat men parasiteert op de sociale voorzieningen van de samenleving die men veracht en afwijst. [Precies hetzelfde gebeurt in toenemende mate bij Europese moslims. ‘Partnerloze’ moslimvrouwen die kinderen voortbrengen (vrijwel altijd stiekeme polygamistes) moeten dan ook uitgesloten worden van bijstand.]

Onontbeerlijk als ze zijn, jonge mannen vormen door hun obsessie met seks, hun overmaat aan agressie en hun rebelse neigingen voor alle samenlevingen een probleem. Niets ‘temt’ ze zo effectief als de verantwoordelijkheid voor een vrouw en een paar koters, dat weet iedere voetbaltrainer. In monogame agrarische en vroeg-industriële samenlevingen, waar hun arbeidsinzet cruciaal is, worden ze dan ook zo jong mogelijk het huwelijk ingedreven. In polygame samenlevingen is dat nu net niet de bedoeling, daar moet men dus andere maatregelen nemen om jonge mannen in het gareel te houden.

Een handige oplossing voor het polygamiedilemma is oorlog. In oorlogen sneuvelen veel (vooral jonge) mannen, zodat er ruimte komt op de huwelijksmarkt. Zegevierende strijders kunnen bovendien de vrouwen van verslagen tegenstanders roven en onderwerpen. Het is geen toeval dat de polygame islam het verkrachten van slavinnen expliciet toestaat en het monogame christendom niet (omdat in het christendom seks alleen binnen het huwelijk is toegestaan, is dit zelfs impliciet verboden). Slechts weinig samenlevingen zijn echter ingericht op permanente oorlogvoering en verlies is een reële mogelijkheid –waarna men van de eigen vrouwen beroofd wordt.

Een andere optie is differentiatie in de huwelijksleeftijd. Als men in een samenleving met weinig of geen contraceptie en dus een ‘natuurlijke’ bevolkingspiramide vrouwen laat trouwen als ze rond de 15 zijn en mannen als ze rond de 30 zijn, betekent dit dat er meer huwbare vrouwen dan huwbare mannen beschikbaar zijn, al is het verschil niet groot genoeg om iedere man van meer dan één echtgenote te voorzien. Deze oplossing schept echter weer een ander probleem: tijdens de meest seksueel actieve periode in hun leven is voor mannen de meest voor de hand liggende seksuele uitlaatklep (omgang met hun eigen echtgenote) geblokkeerd. Jonge mannen moeten er in deze situatie van weerhouden kunnen worden een vrouw te nemen, want van een vrije partnerkeuze kan er in polygame samenlevingen uiteraard geen sprake zijn.

Dat is bijvoorbeeld mogelijk door het verplicht stellen van een bruidsprijs, betaald in prestigegoederen (zoals vee) die in handen zijn van de oudere garde. Jonge mannen kunnen dan alleen met medewerking van oudere mannelijke familieleden huwen. Die hebben altijd de optie de goederen te gebruiken om een extra vrouw te ‘kopen’ voor zichzelf, in plaats van een eerste echtgenote voor een zoon of kleinzoon. Ze kunnen echter niet eindeloos weigeren, omdat de jongeren dan weglopen en hun diensten aanbieden aan een patroon die wél bereid is de bruidsprijs te verschaffen. De introductie van de geldeconomie heeft dit systeem (typerend voor veel Afrikaanse culturen) ondermijnd, waardoor het aantal polygame huwelijken daar dramatisch is afgenomen.

In krijgshaftige culturen komt dit vaak voor in combinatie met een leeftijdsklassensysteem. Na de initiatie worden mannen opgenomen in leeftijdsklassen, die een vastgestelde taak hebben. De jongste groepen worden als krijgers ‘opgeborgen’ in kazernes of mannenhuizen. Ze mogen niet trouwen, maar hebben wel veel prestige. In traditioneel levende, ‘heidense’ Afrikaanse samenlevingen met dit systeem hecht men weinig waarde aan seksuele exclusiviteit. Sociaal vaderschap is belangrijker dan biologisch vaderschap, want een man ontleent zijn prestige aan de zeggenschap over een grote verwantengroep, niet aan het waarborgen van de eerbaarheid van zijn vrouwen en dochters. Jonge mannen hebben dan ook niet alleen de mogelijkheid tot seksuele omgang met ongehuwde meisjes (een eventuele zwangerschap is een welkom bewijs van vruchtbaarheid), maar ook met gehuwde vrouwen (mits de echtgenoot niet openlijk wordt geschoffeerd). Homoseksuele verhoudingen komen eveneens voor, waarbij jongere krijgers als ‘plaatsvervangende echtgenotes’ fungeren voor hun oudere collega’s. Ze zijn echter geenszins verplicht zich hiervoor te lenen.

De nadelen van polygamie.

Polygamie brengt tal van onvoorziene en (en vaak ongewenste) bijverschijnselen met zich mee. Vrouwenverachting is niet voorbehouden aan polygame culturen, maar wordt er wel door bevorderd. De menselijke (vooral de mannelijke) geest is simplistisch: als een man vier vrouwen mag hebben is hij ‘dus’ viermaal zoveel waard als een vrouw. [De koran flatteert deze verhouding nog enigszins door officieel vast te leggen dan een man tweemaal zoveel waard is als een vrouw.] Mede hierdoor komt homoseksueel gedrag in polygame samenlevingen aanzienlijk meer voor dan in monogame (wat niet automatisch betekent dat een groter deel van de bevolking homoseksueel is).

In polygame samenlevingen bestaat per definitie een relatief vrouwentekort: mannen willen altijd meer vrouwen huwen dan er beschikbaar zijn. In de meeste culturen wordt een man pas voor vol aangezien als hij een vrouw en kinderen heeft, een levensopgave die in monogame maatschappijen aanmerkelijk makkelijker te vervullen is dan in polygame (‘op ieder potje past wel een dekseltje’). Het kost naar polygamie snakkende mannen grote moeite een partner te vinden en mannen met maar één vrouw (die ook daar de meerderheid vormen) blijven schlemielen, aangezien het ideaal er meerdere voorschrijft. Een aanzienlijke minderheid slaagt er niet in een huwelijkspartner (en daarmee een respectabele plaats in de gemeenschap) te veroveren en dat is een bron van ongekende frustratie. De concurrentie om vrouwen, met alle negatieve gevolgen van dien, is dan ook fel.

Polyandrie is niet het spiegelbeeld van polygynie. Deze uiterst zeldzame huwelijksvorm kwam vrijwel uitsluitend voor bij volken die in zeer zware omstandigheden leefden en was de onvermijdelijke consequentie van wijdverbreide vrouwelijke infanticide (het doden van pasgeboren meisjes) -tegenwoordig streng verboden. Bij de Inuit, bijvoorbeeld, mocht een gast gebruik maken van de seksuele diensten van de vrouw des iglo’s en in Tibet trouwde menig meisje met een groep broers. In polygyne samenlevingen worden pasgeboren jongens niet massaal omgebracht. Ook daar bestaat doorgaans een jongensoverschot. Meestal niet door infanticide (dat vindt men toch te cru), maar door selectieve verwaarlozing. Meisjes zijn minder waard dan jongens, dus krijgen ze minder lang borstvoeding, minder en slechter eten, geen of onvoldoende medische zorg, moeten ze harder werken en zijn ze vaker slachtoffer van geweld. Het gevolg is dat (tegen de natuurlijke verhoudingen in) er meer meisjes dan jongens sterven.

In moderniserende maatschappijen is daar een verontrustend fenomeen bij gekomen: de selectieve abortus van vrouwelijke foetussen. In (het van oorsprong polygame, maar door de communistische revolutie gedwongen monogame) China is dit een onbedoeld effect van de eenkindpolitiek (in sommige plattelandsgebieden is de verhouding momenteel 125 jongens per 100 meisjes), dat door de overheid fel wordt bestreden. Islamitische autoriteiten kunnen over het algemeen heel wat meer begrip opbrengen voor de wens om veel zonen te hebben en staan selectieve abortus dikwijls (oogluikend) toe.

Veel polygyne maatschappijen hebben dus niet alleen een relatief vrouwentekort, maar in toenemende mate ook een absoluut vrouwentekort (er zijn aanzienlijk minder huwbare vrouwen dan huwbare mannen). De ontwrichtende gevolgen laten zich raden.

Een van de voornaamste redenen om veel echtgenotes/concubines te willen, is om veel nakomelingen te krijgen. Bijgevolg hebben vrouwen in polygame samenlevingen gemiddeld een groter aantal kinderen dan hun monogame tegenhangers -vaak teveel kinderen om op een verantwoorde wijze te kunnen grootbrengen. Overbevolking is de logische uitkomst van een dergelijke constellatie.

Mede door de medische hulp van het Westen (die dus dringend gestaakt moet worden) is het aantal boze jonge mannen (geen werk, geen partner, geen vooruitzichten) in polygame maatschappijen de afgelopen decennia explosief toegenomen. De wal zou uiteindelijk het schip vanzelf keren, ware het niet dat westerse regeringen zo stupide zijn een groot deel van dit overschot aan nuttelozen in hun eigen landen toe te laten, waar ze voor niets dan ellende zorgen. We mogen polygame samenlevingen nimmer toestaan hun problemen naar ons deel van de wereld te exporteren en moeten deze ongewenste immigratie met alle middelen (tot het meest brute geweld toe) tegengaan.

Polygamie en de islam.

Polygamie is nog veel problematischer in combinatie met het eer-en-schaamte-complex, zoals dat voorkomt in de landen rond de Middellandse Zee en in Voor- en Centraal-Azië. Deze combinatie is kenmerkend voor islamitische samenlevingen. Het bewaken van de eer en het prestige van de familie staat daar primair. Vrouwen hebben zelf geen eer, maar kunnen wel de eer van de groep aantasten door onacceptabel (seksueel) gedrag -en dat wordt breed gedefinieerd. In culturen met het eer-en-schaamtecomplex vindt men naast verachting ook een groot wantrouwen ten aanzien van vrouwen. Mannen voelen zich vaak ‘gedwongen’ tot daden die ieder normaal mens een gruwel zouden zijn, zoals het vermoorden van echtgenotes, zusters en dochters om de familie-eer te herstellen.

In islamitische samenlevingen heerst een maagdelijkheidcultus. Meisjes moeten per se als maagd het huwelijk in. Om de kans op overtreding van de strenge gedragscode zo klein mogelijk te maken worden moslimmeisjes vaak op extreem jonge leeftijd uitgehuwelijkt. In andere polygame samenlevingen wacht men tot ze hun eerste menstruatie achter de rug hebben, maar moslims zijn deze omineuze ommekeer liever voor: in sommige landen mogen meisjes (in navolging van Mohammeds vrouw Aisha) al op negenjarige leeftijd trouwen.

De demonen die ze zo verwoed bestrijden scheppen moslims meestal zelf. Het gemiddelde leeftijdsverschil tussen echtelieden is in islamitische samenlevingen aanmerkelijk groter dan in monogame en vaak zijn de partners bij de huwelijkssluiting onbekenden van elkaar. Een vrouw die gedwongen wordt om te huwen met een veel oudere man (die haar meestal nog slecht behandelt ook), is veel meer geneigd tot overspel dan een vrouw die uit liefde trouwt met de man van haar keuze.

Een onmisbaar hulpmiddel om jonge mannen in het gareel te houden is religieuze indoctrinatie/terreur, die zowel intern (om hen angst in te boezemen) als extern (om hen tegen ongelovigen op te hitsen) wordt ingezet. Alle fatsoenlijke vormen van heteroseksueel verkeer zijn voor hen taboe. Slechts het gebruik van prostituees en verkrachting resteren. Vrouwen zonder mannelijke beschermer zijn dan ook vogelvrij. Het verkrachten van de vrouwen van de ongelovigen is naast plezierig ook nog verdienstelijk, vandaar dat jonge moslims met zoveel gretigheid tegen hen ten strijde trekken.

Ook islamieten maken zich (alle ontkenningen ten spijt) veelvuldig schuldig aan homoseksuele uitspattingen. Door de koran wordt dergelijk gedrag echter verboden, waardoor het zeer negatief beoordeeld wordt en diepe gevoelens van schaamte oproept (vooral de passieve variant). Seksueel misbruik van jongeren door mannen die gezag over hen hebben (oudere broers en neven, werkgevers, koranleraren) is schering en inslag in islamitische samenlevingen. Hoewel men veel jonge mannen als ‘polymorf pervers’ kan betitelen, is voor het overgrote deel een (meestal ruwe) anale penetratie beslist geen plezierige ervaring. In tegendeel, deze wordt als zeer vernederend ervaren. De enige manier om deze vernedering enigszins in positieve richting om te buigen is er geld mee te verdienen (waarbij men ook nog wel eens de actieve rol op zich mag nemen). Niet voor niets is het gros van de jongensprostituees in Nederland van Marokkaanse herkomst. Dit verklaart ook de weerzin van veel moslims jegens westerse homoseksuelen: een volwassen man die zich vrijwillig laat penetreren is beyond contempt. Uiteraard staan dergelijke misbruikte jongens te popelen om wraak te nemen, door het verkrachten van westerse meisjes, eerloze moslima’s, of hun jongere broertjes bijvoorbeeld.

Als mannen van jongsaf aan zijn opgevoed met het idee dat vrouwen minderwaardig en onbetrouwbaar zijn (en bovendien dikwijls verplicht worden om te trouwen met een nauwe verwant) is het geen wonder dat de seksuele relatie met hun vrouw dikwijls allesbehalve bevredigend is –tenzij er een flinke portie sadisme aan te pas komt (zelfs de ‘normale’ huwelijkse omgang is vaak een verkapte vorm van verkrachting). In sommige gebieden, zoals West-Afrika, geven veel mannen de voorkeur aan penetratie van een ‘droge vagina’ en voelen vrouwen zich genoodzaakt om middelen te gebruiken die hun vagina uitdrogen (vochtigheid is een teken van ‘ongezonde’ seksuele belangstelling). Dat daarmee de seksuele omgang veel pijnlijker wordt en de kans op een HIV-besmetting aanzienlijk toeneemt, laat deze mannen volkomen koud.

Vooral in islamitische samenlevingen worden sadistische mannen op hun wenken bediend. Vrouwenbesnijdenis komt weliswaar niet alleen daar voor, maar de ergste vorm ervan (pharaonische besnijdenis) wel. Daarbij worden zowel de clitoris als de schaamlippen weggesneden (vaak met een glasscherf of een roestig scheermesje) en wordt de vagina dichtgenaaid, waarbij men slechts een opening ter grote van een luciferkop openlaat om het menstruatiebloed te laten wegvloeien. Men kan zich levendig indenken dat de huwelijksnacht traumatisch is, niet alleen voor de vrouwen die letterlijk opengescheurd worden, maar ook voor mannen die er niet in slagen hun dichtgenaaide echtgenote te penetreren (wat een grote schande is) en die daarom soms naar een mes grijpen om haar open te snijden. Vrouwen moeten in ieder geval opengesneden worden bij de bevalling omdat ze anders helemaal uitscheuren. Niet zelden worden ze daarna weer dichtgenaaid. Het is niet moeilijk voorstelbaar dat veel vrouwen maar weinig moederliefde op kunnen brengen voor de kinderen die hen zoveel ellende hebben bezorgd -en dat ze hun man haten als de pest.

Besnijdenis (met name clitoridectomie) heeft het uitdrukkelijke doel om vrouwen de mogelijkheid tot het beleven van seksueel genot te ontnemen (circumcisie is voor mannen ook geen lolletje, maar heeft een totaal andere doelstelling en veel minder zwaarwegende gevolgen). In een polygame samenleving heeft de gemiddelde vrouw minder seks dan in een monogame en het is natuurlijk niet de bedoeling dat ze een gemis voelt en alternatieven gaat zoeken. De verhalen over islamitische sensualiteit zijn dan ook louter sprookjes.

Typerend voor islamitische maatschappijen is de prevalentie van afwijkend (om niet te zeggen pervers) seksueel gedrag. Moslims zijn weliswaar niet allemaal ‘geiteneukers’, maar de islam is wel de enige religie waarin geestelijken de gelovigen precies vertellen hoe je een geit het beste kan neuken (je moet haar daarna niet gebruiken voor eigen consumptie, maar mag haar wel verkopen aan onwetenden). Al even exemplarisch is dat de ontdekking dat het juist de islamitische landen zijn waar het meeste gegoogled wordt naar (afwijkende vormen van) seks.

Conclusie.

Polygamie vormt een eindeloze bron van frustraties. De enigen die ervan profiteren zijn geslaagde (meest oudere) mannen –en die vormen in elke samenleving slechts een kleine minderheid. De islam is bij uitstek de belangenbehartiger van dit soort mannen en is dan ook niet toevallig de enige 'wereldreligie' die polygamie propageert.

Fenomenen als polygamie, het eer-en-schaamtecomplex, besnijdenis en ander geweld jegens vrouwen en een verstoorde sekseratio zijn niet beperkt tot islamitische samenlevingen, maar de meest kwalijke uitwassen ervan ziet men vooral daar. Nergens is de vrouwenhaat virulenter, is de seksuele frustratie groter, zijn de mensen fatalistischer en heeft de verelendung als gevolg van overbevolking meedogenlozer toegeslagen dan daar waar de islam heerst. Deze religie vergiftigt iedere maatschappij waarin hij weet door te dringen. In plaats van dergelijke disfunctionele cultuuraspecten te bestrijden (zoals het christendom tenminste nog probeert), neemt de islam ze over en voegt er de eigen verfoeilijke gebruiken (voorgeschreven in de koran) aan toe. Dit zijn misstanden die autochtone Nederlanders gelukkig (nog) niet tolereren. De islam is dan ook een kankergezwel dat onverwijld uit onze samenleving moet worden weggesneden.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.